PROJECTTITEL
Geef het project een wervende, duidelijke naam die het probleem of doel weergeeft.
LEVENSECHTE CONTEXT OF PROBLEEM
Omschrijf kort en concreet:
Vanuit welke behoefte of uitdaging vertrekt dit project?
Waarom is het relevant voor de leerlingen en de samenleving?
Wat moeten leerlingen onderzoeken of ontwerpen?
Formuleer de centrale vraag:
Hoe kunnen we … ?
Op welke manier kunnen we … ?
Ontwerp een … dat …
Fase 1 – ONTDEK
Begrijp het probleem en verzamel kennis.
Doelen van deze fase:
De probleemstelling analyseren en begrijpen
Deelproblemen benoemen
Onderzoeksvragen formuleren
Informatie verzamelen en criteria bepalen
Resultaat van deze fase:
Een duidelijk geformuleerde probleemstelling met onderzoeksvragen, inzichten en criteria.
Invulvelden:
Probleemstelling (kort en helder):
Wat weten we al?
Wat moeten we nog te weten komen? (onderzoeksvragen)
Deelproblemen:
Onderzoek(en): (bv. kleine proeven, metingen, observaties)
Bevindingen:
Criteria en verwachtingen:
Fase 2 – BEDENK
Genereer en selecteer ideeën.
STAP 1: Verbreden (divergeren)
Bedenk zoveel mogelijk ideeën of oplossingen.
Geen idee is fout of te gek.
STAP 2: Selecteren (convergeren)
Orden en beoordeel de ideeën.
Kies de beste oplossing volgens de criteria uit fase 1. Ontdek
Resultaat van deze fase:
Een gekozen oplossingsidee dat voldoet aan de afgesproken criteria.
Invulvelden:
Mogelijke ideeën:
Beoordeling (voordelen/nadelen):
Gekozen idee + motivatie:
Fase 3 – ONTWERP
Werk het idee concreet uit.
Activiteiten:
Maak schetsen, modellen, tekeningen
Werk een plan van aanpak uit
Denk na over materialen, stappen, tijd en rollen
Maak eventueel een technische tekening
Resultaat van deze fase:
Een uitgewerkt ontwerp of plan dat kan worden uitgevoerd.
Invulvelden:
Eerste schets(en):
Plan van aanpak / stappenplan:
Benodigde materialen en gereedschappen:
Technisch plan (eventueel met maatvoering):
Fase 4 – MAAK
Realiseren en uitproberen van het prototype.
Activiteiten:
Prototype bouwen (met recyclagemateriaal, knutselmateriaal of bouwpakketten)
Problemen oplossen tijdens het maken
Oplossing eventueel bijsturen
Resultaat van deze fase:
Een werkend prototype of product.
Invulvelden:
Foto’s / beschrijving van het prototype:
Wat ging goed? Wat was moeilijk?
Aanpassingen tijdens het bouwen:
Fase 5 – GEBRUIK
Test en gebruik je prototype.
Activiteiten:
Product testen volgens de criteria
Gebruikersfeedback verzamelen
Vergelijken met verwachtingen uit de ontdek-fase
Resultaat van deze fase:
Beoordeling van het prototype op werking en bruikbaarheid.
Invulvelden:
Testresultaten:
Wat voldoet al aan de criteria?
Wat moet nog verbeterd worden?
Fase 6a – EVALUEER
Reflecteer op het product, het proces en jezelf.
Vragen voor reflectie:
Werkt het product zoals bedoeld?
Wat zouden we anders doen bij een volgende versie?
Wat heb je geleerd over samenwerken, ontwerpen of techniek?
Resultaat van deze fase:
Leerlingen begrijpen wat ze hebben geleerd, hoe ze het aanpakten en wat beter kan.
Invulvelden:
Productevaluatie:
Procesevaluatie:
Zelfreflectie:
Verbeterideeën of vervolgproject:
Fase 6b – PRESENTEER
Laat zien wat je hebt gemaakt en geleerd.
Mogelijkheden:
Tentoonstelling of toonmoment
Demo voor andere klassen of ouders
Filmpje of presentatie
Invulvelden:
Vorm van presentatie:
Belangrijkste boodschap:
Wie presenteert wat?