Krachten zie je niet rechtstreeks, maar wel de effecten ervan, zoals vervorming of verandering van snelheid.
Er bestaan verschillende soorten krachten, zoals zwaartekracht, normaalkracht, spankracht, veerkracht en wrijvings- of weerstandskracht, en vaak werken meerdere krachten tegelijk op een voorwerp.
Kracht en beweging zijn nauw verbonden: een kracht kan een voorwerp in beweging brengen of tot stilstand laten komen, wat verklaard wordt door de drie wetten van Newton.
In deze leerlijn verkennen leerlingen de soorten krachten en hoe die het gedrag en de beweging van voorwerpen beïnvloeden.
Hieronder vind je onze verschillende hoofdstukjes van 'Kracht en beweging':
Hieronder vind je de bijhorende leerplandoelen, van onder naar boven, in de verschillende fasen.
IDW F4 nat.ver. 2 B.20
Principes van kracht en beweging in alledaagse toepassingssituaties met eigen woorden verklaren.
IDW F4 nat.ver. 2 B.18
De invloed van de opwaartse druk van water op vorm en massa toelichten.
IDW F4 nat.ver. 2 B.16
Het effect van wrijving op beweging onderzoeken en hoe dit gebruikt wordt om bewegende voorwerpen te vertragen of te versnellen.
IDW F4 nat.ver. 2 B.15
Van wrijvingskracht weten dat deze ontstaat wanneer twee contactoppervlakken tegen elkaar schuren.
IDW F4 nat.ver. 2 B.14
Zwaartekracht verklaren als de kracht die er voor zorgt dat alle voorwerpen naar de aarde worden toegetrokken.
IDW F3 nat.ver. 2 B.12
Het effect van wrijving op beweging onderzoeken door te experimenteren met voorwerpen op verschillende oppervlakken.
IDW F3 nat.ver. 2 B.11
Van verschillende voorwerpen onderzoeken hoe ze vallen door de zwaartekracht en vaststellingen verwoorden.
IDW F3 nat.ver. 2 B.8
Ervaren dat de beweging van een voorwerp afhangt van de grootte van de kracht en van de richting ervan.
IDW F3 nat.ver. 2 B.7
Vanuit ervaringen verwoorden dat er kracht nodig is om een voorwerp in beweging te zetten, te versnellen, te vertragen, te stoppen of van richting te veranderen.
IDW F2 nat.ver. 2 B.5
De beweging van voorwerpen op verschillende materialen en oppervlakken observeren en onderzoeken.
IIDW F2 nat.ver. 2 B.3
Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen in verband met kracht en beweging via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
IDW F1 nat.ver. 2 B.1
Door middel van activiteiten krachten zoals duwen en trekken, drijven en zinken ontdekken.