05.03. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F4 nat.ver. 5 B.7 Van warmte-energie weten dat ze kan worden overgedragen via vaste stoffen (geleiding), via water of lucht of via stralen zoals bij de zon.
05.03. MINIMUMDOELEN
[6] 3.5.1 De leerlingen kennen de volgende begrippen:
reflecteren, absorberen, doorlaten
05.03. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat is warmte overdracht?
Warmteoverdracht is het proces waarbij warmte van een warme plaats of voorwerp naar een koudere plaats of voorwerp stroomt, totdat de temperatuur gelijk wordt.
Een voorbeeld: als je een koude lepel in warme soep steekt, wordt de lepel warm: de warmte is overgedragen van de soep naar de lepel.
Warmte stroomt altijd van warm naar koud
Leerlingen moeten begrijpen dat warmte niet blijft waar het is, maar zich verspreidt.
Warme voorwerpen geven warmte af aan koudere voorwerpen of de omgeving.
Deze overdracht stopt als beide even warm zijn (thermisch evenwicht).
Een voorbeeld: een ijsklontje smelt in je hand omdat de warmte van je huid overgaat naar het ijs.
Er zijn drie manieren waarop warmte zich kan verplaatsen
Geleiding (via aanraking, vaste stoffen)
Voorbeeld: metalen lepel in een hete tas thee wordt zelf ook warm.
Convectie (via beweging in vloeistof of gas)
Voorbeeld: warme lucht stijgt op boven een verwarming, koude lucht daalt.
Straling (zonder tussenstof, via elektromagnetische straling)
Voorbeeld: de zon verwarmt je huid, ook al is er niets tussen.
05.03. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
05.03.01 Warmteoverdracht door vaste stoffen - Lepel experiment
Gebruik drie metalen lepels en plaats ze in heet water, koud water en kamertemperatuur water.
Laat leerlingen voelen hoe de warmte van de lepels verandert en bespreek de concepten van geleiding, convectie en straling.
05.03.02 Warmteoverdracht door lucht - Haardroger experiment
Laat leerlingen een haardroger gebruiken om warme lucht over een ijsblokje te blazen en observeer hoe snel het ijs smelt in vergelijking met een ijsblokje dat gewoon in de lucht ligt.
05.03.03 Warmteoverdracht door vloeistoffen
Laat leerlingen een pot met heet water en een pot met koud water mengen en observeer hoe de warmte zich verspreidt.
05.03.04 Warmteoverdracht onderzoeken
Laat leerlingen zelf warmteoverdracht onderzoeken, door twee verschillende materialen met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld een vel aluminiumfolie en een vel papier, (bubbeltjes) plastic, karton, ijslollystokje (hout), elastiek (rubber), rietjes (kunststof en lucht), schoonmaakdoekje (viscose), stof (wolvilt, katoen of viscose).
05.03.05 Warmte voelen en meten
In dit experiment voelen leerlingen aan voorwerpen van verschillende materialen (kunststof, hout, metaal, glas) die allemaal op kamertemperatuur zijn. Ze ervaren dat sommige materialen, zoals metaal, kouder aanvoelen dan andere, ondanks dat ze dezelfde temperatuur hebben. Met een thermometer meten ze de temperatuur van elk voorwerp en ontdekken dat er geen temperatuurverschil is. Ze leren dat dit komt door warmtegeleiding: metaal geleidt warmte goed en onttrekt sneller warmte aan je hand, waardoor het kouder aanvoelt. Materialen die warmte slecht geleiden (zoals hout) voelen juist warmer aan – dit verschil in warmteoverdracht wordt verder besproken en gelinkt aan dagelijkse ervaringen, zoals blootsvoets op verschillende vloeren lopen.
05.03. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Activiteit: Programmeer een micro:bit of gebruik digitale temperatuursensoren om te meten hoe snel een metalen, houten en plastic lepel opwarmt in warm water.
Combinatie: Leerlingen leren meten, gegevens verwerken en patronen herkennen.
Doel: logisch redeneren over oorzaak-gevolg (warmtegeleiding) en data-analyse.
Gezondheid – Motorische competenties
Activiteit: Bewegingsspel “warmte verplaatst zich”: leerlingen geven een bal (warmte) door via drie manieren – aanraken (geleiding), waaien met karton (stroming), stralen met armen (straling).
Doel: motorische coördinatie én begrip van overdracht door spel.
Gezonde en veilige levensstijl
Activiteit: Keukenonderzoek: waarom is een houten lepel veiliger dan een metalen in een hete pot? Hoe houd je eten warm zonder gevaar (theelichtje, thermos)?
Doel: toepassen van kennis over warmteoverdracht in het dagelijks leven en veilig omgaan met hitte.
Mentaal welbevinden
Activiteit: Gesprek of creatieve oefening rond “warmte doorgeven aan elkaar” — wat betekent het om iemand warmte te geven? (empathie, steun, vriendschap).
Doel: gevoelens verkennen aan de hand van de metafoor “warmte overdragen”.
Financieel economische competenties
Activiteit: Onderzoek welke materialen in huis warmte beter vasthouden (isolatie), en wat dat betekent voor energieverbruik en kosten.
Doel: inzicht in energiezuinig wonen en bewust consumeren.
Natuur
Activiteit: Onderzoek hoe dieren zich beschermen tegen warmteverlies (vetlaag bij zeehonden, veren, vacht).
Doel: koppeling tussen natuurkundige principes en biologische aanpassingen.
Ruimte
Activiteit: Bestudeer hoe de zon de aarde verwarmt via straling en waarom sommige gebieden warmer zijn dan andere.
Doel: verband leggen tussen zonnestraling, klimaat en omgeving.
Tijd
Activiteit: Vergelijk hoe warmteoverdracht vroeger werd gebruikt (stoof, kruik, warmwaterzak) met moderne toepassingen (radiator, vloerverwarming).
Doel: historische evolutie van verwarmingstechnieken herkennen.
Maatschappij
Activiteit: Bespreek wat energiearmoede is: niet iedereen kan zijn huis goed verwarmen. Hoe kunnen we als samenleving warmte “delen”?
Doel: empathie en burgerschap versterken, maatschappelijke betrokkenheid.
Natuurkundige verschijnselen
Activiteit: Proefjes:
metalen lepel wordt sneller warm dan een houten → geleiding
rook opstijgt boven kaars → stroming
hand warm voelen bij de zon → straling
Doel: basisinzicht in drie vormen van warmteoverdracht.
Verkeer
Activiteit: Waarom beslaan autoruiten? Wat gebeurt er als warme lucht koude oppervlakken raakt?
Doel: fysische verschijnselen koppelen aan veiligheid in verkeer en weersomstandigheden.
Frans
Activiteit: Woordenschat rond warmte: le soleil, la chaleur, le feu, le radiateur, la vapeur.
Combinatie: korte zinnen gebruiken: Le métal conduit la chaleur.
Doel: taalfunctioneel leren in context.
Nederlands
Activiteit: Schrijf een verslag van een proefje over warmteoverdracht of een fictief verhaal “De reis van de warmte”.
Doel: taalvaardigheid en vakoverschrijdend schrijven stimuleren.
Wiskunde
Activiteit: Leerlingen meten temperaturen op verschillende momenten en maken een lijn- of staafgrafiek van het afkoelen van water in verschillende bekers.
Doel: gegevens verzamelen, interpreteren en grafisch voorstellen.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Activiteit: Bekijk schilderijen waarin warmte voelbaar is door kleurgebruik (bv. rood, oranje, zonsondergang).
Doel: verband tussen kleur, emotie en warmte leren herkennen.
Onderzoeken en creëren
Activiteit: Bouw een mini-huis en onderzoek met een warmtelamp hoe warmte zich verspreidt. Pas materialen aan om isolatie te verbeteren.
Doel: onderzoekend ontwerpen en toepassen van kennis in een creatief project.
Creativiteit en verbeelding
Activiteit: Ontwerp een “warmterobot” of “energiepak” dat mensen in de winter warm houdt zonder elektriciteit.
Doel: fantasie koppelen aan technisch inzicht en innovatie.
Presenteren van eigen creaties
Activiteit: Organiseer een “warmte-expo”: toon proefjes, grafieken, ontwerpen en kunstwerken. Laat leerlingen uitleggen wat ze ontdekten over warmteoverdracht.
Doel: communicatie en presentatievaardigheden versterken.
05.03. STEM-UITDAGINGEN