04.01. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F3 nat.ver. 4 B.5 Aangeven welke natuurlijke of artificiële bron verantwoordelijk is voor verlichting.
04.01. MINIMUMDOELEN
[K]- 3.5.1 De kleuters kennen de volgende begrippen met betrekking tot natuurkundige verschijnselen:
de zon, de lamp, licht, donker, de schaduw, de spiegel.
[K] 3.5.2 De kleuters kennen licht: de lichtbron, de reflectie.
[4] 3.5.1 De leerlingen kennen de volgende begrippen:
het licht, de schaduw.
04.01. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat is een lichtbron?
Een lichtbron is iets dat zelf licht uitzendt.
Dankzij een lichtbron kunnen we dingen zien, want licht weerkaatst op voorwerpen en komt zo in onze ogen terecht.
Soorten lichtbronnen, er zijn twee categorieën:
Natuurlijke lichtbronnen
Deze komen voor in de natuur en maken zelf licht zonder dat de mens ingrijpt.
Voorbeelden: de zon, sterren, bliksem, gloeiend lava.
Sommige dieren zoals vuurvliegjes of diepzeevissen.
Kunstmatige lichtbronnen
Deze zijn door de mens gemaakt om licht te geven.
Voorbeelden: lampen (gloeilamp, ledlamp), kaarsen, zaklampen, scherm van een smartphone, autolichten, ...
Belangrijk om te weten.
Niet alles wat je ziet is een lichtbron.
Bijvoorbeeld: de maan geeft geen eigen licht, ze weerkaatst het licht van de zon.
Ze is dus geen lichtbron.
04.01. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
04.01.01 Experimenteren met verschillende lichtbronnen
Laat leerlingen verschillende lichtbronnen zoals zaklampen, kaarsen, gloeilampen en ledverlichting onderzoeken.
Ze kunnen ook noteren welke lichtbronnen warm worden en welke niet.
04.01.02 Wat geeft licht?
In deze activiteit laten leerlingen hun verbeelding en observatievermogen werken door zoveel mogelijk lichtbronnen op te sommen. Ze denken aan natuurlijke bronnen zoals de zon en vuurvliegjes, én aan door de mens gemaakte bronnen zoals lampen, kaarsen en telefoonschermen. Zo leren ze het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen en ontdekken ze op een actieve manier hoe licht onze omgeving verlicht.
04.01. MOGELIJKE LINKEN
Gezonde en veilige levensstijl
Activiteit: Bespreken hoe zonlicht belangrijk is voor vitamine D, en hoe kunstlicht soms te fel of schadelijk kan zijn (bv. schermgebruik).
Leerdoel: gezond omgaan met zon en licht (zonbescherming, schermtijd).
Mentaal welbevinden
Activiteit: Tekenen of beschrijven hoe kinderen zich voelen in zonlicht vs. in het donker.
Leerdoel: emoties linken aan licht/donker en leren inlevingsvermogen ontwikkelen.
Financieel economische competenties
Activiteit: Vergelijking maken van energiekost: gloeilamp vs. spaarlamp vs. LED.
Leerdoel: kinderen begrijpen dat verlichting ook geld kost en dat bewuste keuzes besparen.
Natuur
Activiteit: Onderzoeken welke dieren en planten afhankelijk zijn van zonlicht (bv. dag- en nachtdieren, fotosynthese).
Leerdoel: verband zien tussen lichtbronnen en leven in een biotoop.
Ruimte
Activiteit: Bespreken dat de zon onze belangrijkste lichtbron is; ook maanlicht (weerkaatsing). Aarde in de ruimte situeren.
Leerdoel: inzicht krijgen in natuurlijke lichtbronnen in de kosmos.
Tijd
Activiteit: Historisch overzicht van lichtbronnen: van fakkel, kaars, olielamp naar elektrische verlichting.
Leerdoel: tijdsbesef en evolutie van technologie.
Maatschappij
Activiteit: Discussie: “Is straatverlichting altijd nodig?” of “Hoeveel licht heeft een stad nodig?”
Leerdoel: burgerschapscompetenties oefenen en leren nadenken over duurzaamheid en veiligheid.
Natuurkundige verschijnselen
Activiteit: Onderzoeken welke materialen licht doorlaten of tegenhouden (transparant, doorschijnend, ondoorzichtig).
Leerdoel: eigenschappen van materie en lichtwerking begrijpen.
Verkeer
Activiteit: Analyse van verkeerslichten en reflectoren: waarom zijn ze belangrijk?
Leerdoel: veiligheid in verkeer door artificiële lichtbronnen in te zetten.
Frans
Activiteit: Woordenschat rond licht: le soleil, la lampe, la bougie, la lune, la lumière.
Leerdoel: eenvoudige zinnetjes leren zoals “Le soleil brille.”
Nederlands
Activiteit: Gedicht of verhaal schrijven rond licht en donker.
Leerdoel: taal en creativiteit inzetten om gevoelens en observaties te verwoorden.
Wiskunde
Activiteit: Meten en vergelijken van lichtsterkte met een luxmeter-app. Grafiek maken van resultaten (klaslokaal, buiten, lamp).
Leerdoel: data verzamelen, verwerken en interpreteren.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Activiteit: Bekijken van kunstwerken die spelen met licht en donker (bv. Rembrandt, James Turrell).
Leerdoel: kunst ervaren en linken met het thema lichtbronnen.
Kunst en cultuur – Onderzoeken en creëren
Activiteit: Schaduwpoppentheater maken met zaklampen.
Leerdoel: creatief onderzoeken hoe artificieel licht gebruikt kan worden.
Creativiteit en verbeelding
Activiteit: “Mijn droomlamp” ontwerpen: kinderen bedenken een originele lichtbron die duurzaam werkt.
Leerdoel: verbeelding koppelen aan technische creatie.
Presenteren
Activiteit: Kinderen stellen hun onderzoek en kunstwerken rond lichtbronnen tentoon in een “licht-expo” in de klas.
Leerdoel: eigen werk presenteren en uitleggen aan anderen.
04.01. STEM-UITDAGINGEN