02.09. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F4 nat.ver. 2 B.14 Zwaartekracht verklaren als de kracht die er voor zorgt dat alle voorwerpen naar de aarde worden toegetrokken.
IDW F4 nat.ver. 2 B.13 Het verschijnsel kracht onderzoeken: zwaartekracht, wrijvingskracht, trek- en duwkracht, kracht van lucht en van water …
IDW F3 nat.ver. 2 B.11 Van verschillende voorwerpen onderzoeken hoe ze vallen door de zwaartekracht en vaststellingen verwoorden.
02.09. MINIMUMDOELEN
[4] 3.5.1 De leerlingen kennen de volgende begrippen:
de kracht, de beweging, de snelheid, de wrijving, de zwaartekracht, versnellen, vertragen, de richting, de massa
[6] 3.7.9 De leerlingen kennen de werking van technische systemen op basis van kennis over natuurkundige verschijnselen.
02.09. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat is zwaartekracht?
Zwaartekracht is de kracht die alles naar beneden trekt, naar de aarde toe. Het is de reden waarom je niet wegzweeft, waarom een bal op de grond valt en waarom je kan springen maar altijd weer terugkomt.
Je kan het zo uitleggen: “Zwaartekracht is als een onzichtbare hand van de aarde die alles naar zich toe trekt.”
Voorbeelden
Als je iets laat vallen, valt het op de grond.
Een appel valt uit de boom naar beneden.
Wanneer je springt, kom je weer op de grond terecht.
Zwaartekracht werkt altijd naar beneden, richting het midden van de aarde.
En het werkt op alles: mensen, dieren, voorwerpen, zelfs luchtballonnen (al zweven die door andere krachten omhoog).
02.09. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
02.09.01 Valproef: Wat valt het eerst?
Laat leerlingen twee verschillende voorwerpen (bijv. een knikker en een veer) tegelijk vallen. Wat merken ze?
Herhaal de proef in een gesloten buis zonder lucht (bv. via een video van NASA).
Doel: inzien dat zonder luchtweerstand alles even snel valt door zwaartekracht.
02.09.02 Springen = tegen zwaartekracht in werken
Laat leerlingen op een mat springen en voelen hoe het is om “tegen” zwaartekracht te werken. Laat hen het verschil voelen tussen springen met en zonder gewicht (bv. een rugzakje).
Doel: zwaartekracht werkt altijd, maar we kunnen er even tegen in bewegen.
02.09.03 Parachute knutselen en testen
Laat leerlingen een klein poppetje met een zelfgemaakte parachute (zakdoek/plastic zakje en touwtjes) van een hoogte laten vallen.
Doel: leren hoe luchtweerstand en zwaartekracht samenwerken en hoe parachutes vertragen.
02.09.04 Zwaartekracht op andere planeten
Bekijk het verschil in zwaartekracht op andere planeten met video’s of interactieve tools. Hoe hoog zou je kunnen springen op de maan?
Doel: leren dat zwaartekracht afhankelijk is van massa en verschilt per hemellichaam.
02.09.05 Beweging zonder zwaartekracht?
Bekijk samen beelden van astronauten in het ISS. Hoe bewegen ze daar? Wat gebeurt er als je een voorwerp loslaat in de ruimte?
Doel: inzien dat zwaartekracht niet overal even sterk aanwezig is.
02.09.06 Valende papieren
In deze activiteit laten leerlingen drie A4-papieren op verschillende manieren vallen: één los, één gevouwen in vier, en één als prop. Ze observeren welk papier het snelst naar beneden valt. Zo ervaren ze op een speelse manier het effect van luchtweerstand en leren ze hoe luchtdruk en vorm de beweging van een voorwerp door de lucht beïnvloeden.
02.09.07 Het perfecte papieren vliegtuigje
In deze activiteit ontwerpen en vouwen leerlingen hun eigen papieren vliegtuigje, met als doel dat het zo ver en recht mogelijk vliegt. Ze experimenteren met verschillende vormen en vouwtechnieken om te ontdekken welke invloed de vorm, gewicht en symmetrie van het vliegtuigje hebben op de vlucht. Zo leren ze spelenderwijs over aerodynamica, krachten en beweging.
02.09. MOGELIJKE LINKEN
Muzische vorming: Zwaartekracht in kunst of verhalen
Laat leerlingen illustraties maken van dingen die vallen, zweven of botsen. Of bedenk samen een verhaal over iemand die in een wereld zonder zwaartekracht leeft.
Doel: zwaartekracht creatief en verhalend verkennen.
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Simulatie: in Scratch een spel maken waarin voorwerpen vallen door zwaartekracht.
Probleemoplossend denken: algoritme bedenken om te voorspellen welk voorwerp eerst de grond raakt.
Gezondheid – Motorische competenties
Bewegingsspel: kinderen laten springen, gooien, vangen → ervaren dat alles terugvalt.
Sport: hoogspringen/verspringen koppelen aan zwaartekracht en wat dat met je lichaam doet.
Gezonde en veilige levensstijl
EHBO: gevolgen van vallen → hoe vermijd je letsels bij sporten of spel?
Voeding: appels die uit de boom vallen als aanleiding (Newton-link) → gezonde snackmomenten.
Mentaal welbevinden
Inlevingsopdracht: hoe zou het voelen als er geen zwaartekracht was?
Gevoelens benoemen: “vallen” koppelen aan emoties (je rot voelen, steun vinden → weer opstaan).
Ik en de wereld – Financieel economische competenties
Beroepen: astronaut, piloot, bouwvakker → zwaartekracht speelt een rol in hun werk.
Consumeren: pretparken – achtbanen die spelen met versnelling, vertraging en zwaartekracht.
Ik en de wereld – Natuur
Planten: wortels groeien naar beneden (zwaartekracht), stengels naar boven (fototropie).
Menselijk lichaam: spieren en skelet nodig om rechtop te blijven tegen zwaartekracht.
Ik en de wereld – Ruimte
Heelal: maan en planeten blijven in hun baan door zwaartekracht.
Weer/klimaat: regen valt naar beneden door zwaartekracht.
Ik en de wereld – Tijd
Historisch: Newton en de appel – ontdekking van zwaartekracht.
Uitvindingen: zandloper en pendelklok → gebruik van zwaartekracht om tijd te meten.
Ik en de wereld – Maatschappij
Vrije tijd: speeltuinactiviteiten (glijbaan, schommel) → zwaartekracht ervaren.
Diversiteit: praten over ruimtevaart: landen werken samen om zwaartekracht in de ruimte te onderzoeken.
Ik en de wereld – Verkeer
Fietsen en lopen: waarom rol je naar beneden op een helling?
Veiligheid: gordels in de auto → bescherming tegen gevolgen van zwaartekracht bij botsingen.
Frans
Woordenschat: tomber, la gravité, une pomme tombe de l’arbre.
Korte dialoog: “Qu’est-ce qui tombe? Une balle tombe.”
Nederlands
Verslag schrijven van een zwaartekrachtproef.
Gedicht of verhaal: “Wat als er geen zwaartekracht was?”
Wiskunde
Meten en vergelijken: hoe snel vallen voorwerpen? Tijd meten met stopwatch.
Grafiek: hoogte → tijd tot de grond.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Kunstwerken: schilderijen met vallende voorwerpen, Icarus die valt.
Kunst en cultuur – Onderzoeken en creëren
Beeldend: mobiles maken → balans en zwaartekracht.
Dans/drama: bewegingen waarin kinderen vallen, opstaan, zweven.
Muziek: compositie maken met stijgende en dalende tonen als metafoor voor vallen en opstijgen.
Kunst en cultuur – Creativiteit en verbeelding
Fantasie-opdracht: hoe zou de wereld eruitzien zonder zwaartekracht?
Eigen uitvinding: toestel ontwerpen waarmee je zwaartekracht kan uitschakelen.
Kunst en cultuur – Presenteren
Wetenshow: leerlingen tonen zwaartekracht-experimenten voor publiek.
Expo: tentoonstelling met tekeningen, teksten en maquettes rond zwaartekracht.
02.09. STEM-UITDAGINGEN