UITRUSTING: Materialen voor experimenten
Zand- en watertafel
Een zand- en watertafel is een speeltafel die gevuld kan worden met zand en water om mee te experimenteren.
Waarvoor dient het? Om te ontdekken hoe materialen zich gedragen in contact met water of zand, bijvoorbeeld drijven, zinken of oplossen.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen ermee onderzoeken welke materialen water opnemen of afstoten, hoe vormen veranderen in nat zand, en hoe dichtheid en oplosbaarheid invloed hebben op het gedrag van stoffen.
Waterbak of doorzichtige kom
Een grote plastic bak gevuld met water.
Om te onderzoeken welke materialen drijven of zinken, of om het volume via waterverplaatsing te meten.
Voeldoos
Een voeldoos is een doos waarin je zonder te kijken verschillende voorwerpen kunt aanraken.
Waarvoor dient het? Om eigenschappen van materialen te ontdekken via tastzin, zoals hard, zacht, ruw of glad.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen voorwerpen uit de doos voelen en beschrijven, zodat ze leren dat materiaal eigenschappen heeft die je niet altijd kunt zien, maar wel kunt voelen.
Ijsblokjes vormen
ijsblokjesvormen zijn bakjes waarin je water giet om het in de diepvriezer te laten bevriezen tot ijsblokjes.
Waarvoor dient het? Om vloeistoffen te laten stollen en vaste vormen te maken.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen ermee onderzoeken wat er gebeurt als water bevriest, hoe het volume verandert bij het vriespunt, en hoe de aggregatietoestand van water overgaat van vloeibaar naar vast.
Elektrische kookplaat
Een elektrische kookplaat is een toestel dat warmte opwekt met elektriciteit.
Waarvoor dient het? Om stoffen te verwarmen of te laten koken.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen ermee onderzoeken wat er gebeurt als stoffen worden verhit, bijvoorbeeld om het smeltpunt of kookpunt van materialen te bepalen of om te zien hoe warmte de eigenschappen van materie verandert.
Hete luchtblazer (of haardroger)
Een hete luchtblazer of haardroger is een toestel dat warme lucht blaast.
Waarvoor dient het? Om materialen snel te verwarmen of te drogen.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen onderzoeken hoe warmte de eigenschappen van materialen verandert, bijvoorbeeld hoe water verdampt tot vapor, of hoe sommige materialen uitzetten of van vorm veranderen bij verhitting.
UITRUSTING: Onderzoeksmateriaal voor observatie
Vergrootglas (lens)
Een vergrootglas is een bolle lens waarmee je voorwerpen groter kunt zien.
Waarvoor dient het? Om kleine details van materialen beter te bekijken zonder microscoop.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen met een vergrootglas de structuur en textuur van verschillende materialen onderzoeken, zoals de vezels van papier, de nerf van hout of de kristallen van zout.
Stopwatch of timer
Meet tijd in seconden of minuten.
Om te meten hoe lang het duurt voor iets smelt, oplost of verdampt.
Microscoop (digitaal)
Een digitale microscoop is een vergroottoestel dat verbonden is met een computer of tablet en waarmee je kleine dingen heel groot kunt bekijken op een scherm.
Waarvoor dient het? Om details te zien die je met het blote oog niet kunt zien, zoals de structuur van materialen (houtvezels, metaaloppervlak, papiervezels …).
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen met de digitale microscoop verschillende materialen onderzoeken om te vergelijken hoe ze eruitzien van dichtbij, bijvoorbeeld om te zien waarom iets glad, ruw, hard of zacht aanvoelt.
Microscoop (analoog)
Een analoge microscoop is een toestel met lenzen waarmee je heel kleine dingen kunt bekijken door er met je oog in te kijken.
Waarvoor dient het? Om details van levende en niet-levende materie te bestuderen die te klein zijn om met het blote oog te zien.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen door de microscoop kijken naar preparaten van planten- en dierencellen en dit vergelijken met niet-levende materialen. Zo ontdekken ze dat levende materie uit cellen bestaat en dat cellen essentieel zijn voor het leven.
Tabel van Mendeljev
De tabel van Mendeljev, ook wel het periodiek systeem genoemd, is een overzicht van alle bekende chemische elementen.
Waarvoor dient het? Om te tonen uit welke soorten atomen alle stoffen zijn opgebouwd en hoe deze elementen met elkaar verwant zijn.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen ontdekken dat materialen bestaan uit verschillende elementen (zoals zuurstof, ijzer of koolstof) en begrijpen dat de eigenschappen van een stof afhangen van de atomen waaruit ze is opgebouwd.
UITRUSTING: Meetinstrumenten
Analoge weegschaal
Een analoge weegschaal is een toestel met een wijzer of balans waarmee je het gewicht van een voorwerp kunt meten.
Waarvoor dient het? Om te bepalen hoe zwaar iets is, uitgedrukt in gram of kilogram.
Gebruik binnen het thema “eigenschappen van materie”: Leerlingen kunnen met de weegschaal onderzoeken of materialen met hetzelfde volume een verschillend gewicht hebben, en zo leren dat massa en dichtheid ook eigenschappen van materie zijn.
Digitale weegschaal
Een toestel waarmee je de massa van een voorwerp in gram of kilogram kunt meten.
Leerlingen vergelijken het gewicht van verschillende materialen om te onderzoeken of zwaardere voorwerpen altijd groter zijn of drijven/zinken in water.
Maatbekers met schaalverdeling
Een doorzichtige beker met aanduiding van milliliter of liter.
Om het volume van vloeistoffen te meten of het volume van onregelmatige vaste stoffen te bepalen via waterverplaatsing.
Thermometer (digitaal of alcohol)
Meet de temperatuur in graden Celsius.
Laat leerlingen zien dat stoffen bij verwarming of afkoeling van toestand kunnen veranderen (ijs → water → damp).
Meetlint of liniaal
Meet lengte in centimeter of millimeter.
Om de afmetingen van voorwerpen te bepalen voor berekeningen van volume of vergelijking van vorm en grootte.
UITRUSTING: Materialen met specifieke eigenschappen
Hout, metaal, plastic, glas, steen
Basisbouwmaterialen met verschillende eigenschappen.
Om te vergelijken op hardheid, buigzaamheid, doorzichtigheid, geleidbaarheid, gewicht enz.
Papier, textiel, rubber, spons
Soepele materialen met uiteenlopende absorptie- en treksterktes.
Om te onderzoeken of ze water opnemen, terugveren of scheuren.
Aluminiumfolie en plastic folie
Dunne laagjes materiaal met andere eigenschappen.
Om Dunne laagjes materiaal met andere eigenschappen.te onderzoeken of ze water opnemen, terugveren of scheuren.
Zout, suiker, zand, olie, water
Eenvoudige stoffen voor meng- en oplossingsproeven.laagjes materiaal met andere eigenschappen.
Om te onderzoeken wat wel of niet oplost in water, en hoe stoffen zich mengen.