WOORDENSCHAT
minimumdoelen: 3de kleuterklas - 4de leerjaar - 6de leerjaar
baan
de route die een voorwerp volgt van een bepaald punt naar een ander punt
de beweging
Beweging is wanneer iets van plaats verandert. (MD 3.5.1)
De bal is in beweging wanneer hij over het gras rolt.
bewegingstoestand
De bewegingstoestand beschrijft of een voorwerp stilstaat, rechtlijnig beweegt of versnelt/vertraagt en verandert alleen wanneer er een kracht op werkt. (MD 3.5.2)
De bewegingstoestand van de bal verandert pas wanneer ik er tegen schop.
draaipunt
een vast punt waar iets omheen draait
duwen
iets verplaatsen door er met kracht tegen te drukken
evenwicht
wanneer twee even grote krachten elkaar opheffen
gestroomlijnd
met een gladde vorm waardoor iets soepel door de lucht snijdt
het gewicht
De kracht waarmee een voorwerp naar de aarde wordt getrokken.
Het gewicht is de kracht waarmee de aarde een voorwerp naar beneden trekt; hoe groter de massa, hoe groter het gewicht. (MD 3.5.2)
Mijn rugzak heeft meer gewicht wanneer ik er boeken in stop, omdat de aarde er harder aan trekt.
Global Positioning System
(GPS)
een app die signalen van satellieten gebruikt om te bepalen waar je precies bent op de aarde
hovercraft
een voertuig met een luchtkussen dat over zee of over vlak land zweeft
katapult
een technisch systeem dat stenen of andere voorwerpen wegschiet via een gespannen touw of elastiek
de kracht
Een kracht is een duw of een trek die iets laat bewegen, stoppen of van richting veranderen. (MD 3.5.1 - 3.5.2)
Ik gebruik kracht om de doos vooruit te duwen.
luchtweerstand
weerstand veroorzaakt door de lucht
de massa
Massa zegt hoeveel materiaal er in een voorwerp zit en hoe zwaar het daardoor is. (MD 3.5.1 - 3.5.2 - 3.5.2)
De steen heeft meer massa dan de spons, daarom voelt hij zwaarder.
de materie
Materie is alles wat een plaats inneemt en een massa heeft, alles om ons heen bestaat uit materie, zoals lucht, water, stenen en je eigen lichaam. (MD 3.5.2)
Lucht is ook materie, want het neemt ruimte in en heeft massa, ook al kunnen we het niet zien.
motor
machine die iets in beweging brengt pedalen onderdelen van een fiets waar je op duwt om de wielen te laten draaien
profiel
ribbels en groeven waardoor schoenzolen en banden meer grip op de ondergrond hebben
rem
onderdeel van een voertuig waarmee je het voertuig langzamer laat gaan
de richting
De richting van een kracht toont waarheen je duwt of trekt. (MD 3.5.1)
Als ik de slee naar voren trek, is dat de richting van de kracht.
robot
een machine die zelfstandig bepaalde dingen kan doen, zoals zwaar of gevaarlijk werk
de snelheid
Uitleg (MD 3.5.1)
spaceshuttle
een Amerikaans ruimtevaartuig dat heen en weer vloog tussen de aarde en het internationale ruimtestation ISS
trekken
met kracht naar je toe halen vervormen van vorm veranderen
universum
alles wat er is, het heelal met al zijn sterrenstelsels, zonnestelsels, sterren, planeten, manen enzovoort
versnellen
Versnellen betekent dat iets steeds sneller gaat. (MD 3.5.1)
De fiets versnelt wanneer ik harder begin te trappen.
vertragen
Vertragen betekent dat iets steeds trager gaat. (MD 3.5.1)
De auto vertraagt wanneer de bestuurder remt.
vloeiweerstand
weerstand veroorzaakt door een vloeistof
vrije val
val en zonder dat je wordt afgeremd door bijvoorbeeld een parachute
de weerstand
Een kracht die een andere kracht afremt of die tegen een andere kracht in werkt.
Weerstand is een kracht die beweging tegenhoudt of vertraagt, zoals wrijving of luchtweerstand. (MD 3.5.1 - 3.5.1)
De wind geeft weerstand, waardoor de fietser trager vooruitkomt.
windtunnel
een grote buis waarin ingenieurs de luchtweerstand van gestroomlijnde voertuigen en vliegtuigen testen
wrijving
De kracht die wordt veroorzaakt als een oppervlak tegen een ander oppervlak wrijft.
Een kracht die ontstaat wanneer twee oppervlakken over elkaar schuiven. Bij een ruw oppervlak heb je meer wrijving (weerstand) dan bij een glad oppervlak: denk aan de proef met het autootje
zwaartekracht
aantrekkingskracht tussen twee voorwerpen, maar vooral tussen een voorwerp en de aarde. Op aarde trekt de zwaartekracht dingen naar de grond toe
zweefvlucht
vliegen zonder dat je vleugels beweegt of een motor laat draaien