UITRUSTING: Mechanische overbrengingen
Voorbeelden van tandwielen
Raderen met tanden die in elkaar grijpen.
Om te tonen hoe rotatiebeweging wordt overgebracht, hoe draairichting en snelheid kunnen veranderen.
Voorbeelden van katrollen
Wieltjes met een touw eroverheen.
Om te onderzoeken hoe katrollen kracht verdelen of richting veranderen, en waarom een takel minder kracht vergt.
Voorbeelden van hefbomen
Een stijve staaf die draait rond een steunpunt.
Om hefboomwet te tonen: hoe kracht, arm en last in evenwicht kunnen zijn (vb. schaar, weegschaal, kruiwagen).
Voorbeelden van kettingaandrijvingen
Een ketting die twee tandwielen verbindt (zoals bij een fiets).
Om krachtsoverdracht en efficiëntie te illustreren, hoe een kleine trapkracht leidt tot beweging van de fiets.
Voorbeelden van riemaandrijvingen
Een elastische riem die beweging overdraagt tussen twee wielen.
Om te vergelijken met kettingaandrijving (meer slip, maar stiller) en te tonen hoe aandrijving werkt in toestellen.
Fiets
Een herkenbaar dagelijks voorbeeld.
Om tandwielen, ketting, remmen, wrijving en overbrenging in één samenhangend systeem te bekijken.
Fiets als technisch systeem: onderzoek alle krachten die op een fietser werken — aandrijving, wrijving, luchtweerstand, evenwicht.
UITRUSTING: Kracht en meting
Dynamometers (krachtmeter)
Meet kracht in Newton (N).
Om krachten te meten bij trekken, duwen of wrijving. Leerlingen ervaren dat kracht kwantitatief meetbaar is.
Handkrachtmeter
Toestel om de spierkracht van de hand te meten.
Om te vergelijken tussen leerlingen of met hefboomprincipes: hoeveel kracht kunnen mensen leveren?
Wrijvingsmeter
Toestel waarmee de wrijvingskracht tussen oppervlakken wordt bepaald.
Om te onderzoeken hoe oppervlak, materiaal en helling de beweging beïnvloeden.
Digitale toerentalmeter (Tachograaf)
Meet het aantal omwentelingen per minuut.
Om te tonen dat snelheid en kracht omgekeerd evenredig kunnen zijn in tandwielsystemen.
UITRUSTING: Beweging, massa en versnelling
Glijbaan of hellend vlak
Een schuine baan waar een voorwerp afrolt.
Om te onderzoeken hoe hellingshoek en oppervlak de snelheid beïnvloeden.
Karretjes met wieltjes
Kleine wagentjes met lage wrijving.
Om versnelling, remmen en botsingen te onderzoeken.
Zwaaiend gewicht (pendel)
Gewicht aan touw dat heen-en-weer beweegt.
Om trillingen, zwaartekracht en energieomzetting zichtbaar te maken.
Newton pendule
Rijtje stalen ballen aan draadjes
Een apparaat waarbij stalen ballen tegen elkaar worden gezet en bij een botsing energie en beweging doorgeven aan de andere ballen.
Toont het principe van behoud van impuls en energie.
Laat zien hoe kracht wordt overgedragen van het ene object naar het andere.
Maakt botsingen en trillingen zichtbaar, zodat leerlingen kunnen onderzoeken wat er gebeurt bij verschillende startposities (1 bal, 2 ballen, enz.).
Bal of knikkerbaan
Baan waar knikkers doorrollen.
Om beweging door zwaartekracht te tonen en het effect van hoogte of massa te onderzoeken.
Makease
Bouwdoos ontwikkeld door het FabLab Plus.
UITRUSTING: Krachten door lucht en water
Parachute
Klein valscherm van stof of plastic.
Om te tonen dat luchtweerstand beweging vertraagt.
Papieren vliegtuigjes of raketten
Gevouwen vliegtuigen of kleine raketten met lucht of waterdruk.
Om luchtweerstand, stuwkracht en richting te onderzoeken.
Windmolen of ventilator
Draait door luchtstroom..
Om kracht van bewegende lucht en omzetting naar beweging te demonstreren.