01.06. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F3 nat.ver. 1 B.12 Voorbeelden geven van recycleerbare materialen.
01.06. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat is recycleren?
Recycleren betekent het opnieuw gebruiken van materialen uit oude producten, zodat ze niet zomaar als afval worden weggegooid. Door materialen te recycleren, besparen we grondstoffen en energie, en verminderen we de hoeveelheid afval die op de stortplaats belandt.
Waarom is recycleren belangrijk?
Het bespaart natuurlijke grondstoffen, zoals hout, metalen en olie (voor kunststof).
Het vermindert de vervuiling van lucht, water en bodem die ontstaat bij het winnen en verwerken van nieuwe grondstoffen.
Het helpt energie te besparen, want gerecycleerde materialen kosten vaak minder energie om te verwerken dan nieuwe grondstoffen.
Het verkleint de afvalberg en draagt zo bij aan een schonere leefomgeving.
Welke materialen kunnen worden gerecycleerd?
Veel materialen zijn recycleerbaar, maar niet alle materialen kunnen altijd en overal worden hergebruikt. De meest gangbare recycleerbare materialen zijn:
Papier en karton
Glas
Metaal (zoals aluminium en staal)
Kunststoffen (zoals PET-flessen, PP, HDPP)
Textiel (sommige soorten kunnen gerecycleerd worden)
Organisch afval (kan gecomposteerd worden)
Hoe werkt recycleren?
Sorteren: Het afval wordt gescheiden per materiaalsoort, bijvoorbeeld papier apart van plastic. Dit gebeurt vaak door mensen thuis of in een sorteercentrum.
Verwerken: Het gesorteerde materiaal wordt schoongemaakt en verwerkt tot grondstof. Bijvoorbeeld oude kranten worden gemalen en tot nieuw papier gemaakt.
Herbruik: Van de gerecycleerde grondstof worden nieuwe producten gemaakt, zoals nieuwe flessen van oude PET-flessen.
Beperkingen en uitdagingen
Niet alle materialen kunnen oneindig vaak gerecycleerd worden; sommige verliezen kwaliteit.
Sommige samengestelde materialen (bijvoorbeeld kunststof met metalen laagjes) zijn moeilijk te scheiden en daardoor lastig te recycleren.
Verontreinigd afval (zoals vuil papier of gemengde plastics) kan het recyclageproces bemoeilijken.
Hoe kan je zelf bijdragen?
Gooi afval in de juiste vuilnisbak: papier, glas, plastic en restafval gescheiden houden.
Vermijd onnodig gebruik van wegwerpplastic en kies voor herbruikbare producten.
Geef oude spullen een tweede leven door ze te doneren of te repareren in plaats van weg te gooien.
Informeer jezelf en anderen over het belang van recycleren en afvalscheiding.
01.06. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
01.06.01 Afvalscheidingsquiz
Laat leerlingen een quiz doen waarin ze moeten aangeven in welke bak verschillende voorwerpen horen (papier, glas, plastic, restafval). Zo oefenen ze afvalscheiding op een speelse manier.
01.06.02 Recycle-challenge
Daag leerlingen uit om een week lang zoveel mogelijk afval te scheiden en hergebruiken. Bespreek achteraf wie het beste gerecycleerd heeft en welke nieuwe ideeën ze hebben gekregen.
01.06.03 Bezoek aan een recyclagepark (virtueel of echt)
Organiseer een excursie naar een recyclagepark of bekijk samen een video over hoe recycleren werkt. Daarna bespreek je wat ze geleerd hebben en waarom recycleren belangrijk is.
01.06.04 Voor en na recycleren
Laat leerlingen onderzoeken en tekenen wat er gebeurt met een product voor en na het recycleren, bijvoorbeeld een plastic fles die weer een nieuw flesje wordt.
01.06. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Sorteren programmeren: in Scratch een spel maken waarin leerlingen afval correct in containers moeten gooien (glas, PMD, rest).
Algoritmes: een stappenplan bedenken voor een robot die afval kan sorteren.
Gezondheid – Motorische competenties
Afvalestafette: leerlingen sorteren afval zo snel en correct mogelijk in een bewegingsspel.
Bouwopdracht: met recyclagemateriaal knutselen → fijne motoriek.
Gezonde en veilige levensstijl
Voeding: verpakkingen van gezonde voeding onderzoeken: hoe recycleerbaar zijn ze?
Veiligheid: bespreken hoe je gevaarlijk afval (bv. batterijen) correct sorteert.
Mentaal welbevinden
Inlevingsopdracht: hoe voelt de aarde zich bij al dat afval? → rollenspel of verhaal.
Gevoelens: kinderen bedenken wat ze voelen bij een propere straat vs. een vervuilde plek.
Financieel-economische competenties
Beroepen: de afvalophaler, recyclageparken, kringloopwinkels.
Consumeren: prijsverschil tussen wegwerpproducten en herbruikbare producten.
Ik en de wereld – Natuur
Impact op dieren: wat gebeurt er als plastic in de zee belandt?
Biotoop: afval opruimen in de schoolomgeving en effect op planten/dieren bekijken.
Ik en de wereld – Ruimte
Oriënteren in de omgeving: bezoek aan een recyclagepark of containerpark.
Klimaat en milieu: recycleren als bijdrage tegen opwarming van de aarde.
Ik en de wereld – Tijd
Historische blik: vroeger werd bijna alles hergebruikt → vergelijken met de wegwerpmaatschappij vandaag.
Kalendergebruik: afvalophaling op vaste dagen → leerlingen maken een sorteerkalender.
Ik en de wereld – Maatschappij
Burgerschap: afspraken maken in de klas voor correct sorteren.
Internationaal: bekijken hoe andere landen omgaan met recyclage.
Ik en de wereld – Natuurkundige verschijnselen
Eigenschappen van materie: waarom kan glas oneindig gerecycleerd worden en plastic maar beperkt?
Energie: energiebesparing door recyclage van aluminium of papier.
Ik en de wereld – Verkeer
Veiligheid: hoe afval correct aanbieden op straat, zodat voetgangers en fietsers niet gehinderd worden.
Afvalwagens: verkeer en veiligheid rond vuilnisophaling.
Frans
Woordenschat: les déchets, recycler, la poubelle, le plastique, le papier…
Praktijk: sorteerlabels in twee talen maken voor de klas.
Nederlands
Verslag: kinderen schrijven een stappenplan voor correct sorteren.
Gedichten of slogans: over recycleren (bv. voor een affichecampagne in de school).
Wiskunde
Grafieken: hoeveel afval produceert de klas per dag/week?
Meten en wegen: vergelijken van gewichten van recyclage per soort materiaal.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Kunstenaars: werken bekijken van kunstenaars die recyclagemateriaal gebruiken (bv. El Anatsui).
Muzische vorming: creatief met afval
Laat leerlingen iets maken van gerecycleerde materialen, zoals een kunstwerk van oude kartonnen dozen, flessen of doppen. Zo zien ze dat afval ook een bron van creativiteit kan zijn.
Kunst en cultuur – Onderzoeken en creëren
Knutsels: beeldende kunst maken met afvalmateriaal.
Drama: toneeltje rond afvalmonsters en de held die recycleert.
Muziek: instrumenten bouwen uit recyclagemateriaal.
Kunst en cultuur – Creativiteit en verbeelding
Toekomstscenario: leerlingen bedenken een wereld zonder afval en tekenen of bouwen dit.
Muzische vorming: creatief met afval
Laat leerlingen iets maken van gerecycleerde materialen, zoals een kunstwerk van oude kartonnen dozen, flessen of doppen. Zo zien ze dat afval ook een bron van creativiteit kan zijn.
01.06. STEM-UITDAGINGEN