05.02. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F2 nat.ver. 5 B.4 Van een warmtebron zeggen waarvoor deze wordt gebruikt.
05.02. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat is een warmtebron?
Een warmtebron is iets dat warmte afgeeft aan de omgeving.
Die warmte kan dienen om te verwarmen, te koken, te drogen, te smelten, enz.
Soorten warmtebronnen en hun toepassingen
Natuurlijke warmtebronnen zijn warmtebronnen die in de natuur zelf ontstaan, zoals de zon, vuur, aardwarmte en lichaamswarmte van dieren.
Zon → De belangrijkste natuurlijke warmtebron op aarde.
Wordt gebruikt om ruimtes of voorwerpen op te warmen.
Helpt bij drogen van kleding, verwarmen van huizen (passieve zonne-energie).
Wordt gebruikt in zonneboilers of zonne-ovens.
Vuur (verbranding)
Kampvuur / open haard / houtkachel
Verwarmen van mensen of ruimtes.
Bereiden van voedsel (vroeger: koken op open vuur).
Lichtbron in het verleden.
Warmbloedige dieren (zoals mensen)
Lichaamswarmte door verbranding van voedsel.
Geeft warmte af aan omgeving, bv. bij knuffelen.
Aardwarmte (geothermische warmte)
Warmte uit de kern van de aarde, via vulkanen of warmwaterbronnen.
Wordt soms gebruikt voor verwarming (bv. in IJsland).
Wrijving in de natuur
Als twee oppervlakken langs elkaar bewegen (bv. boomstammen, wind over zand).
Levert meestal weinig warmte op, maar kan bij dieren (bv. vogels die veren wrijven) warmte geven.
Kaars of fakkel
Licht- en warmtebron (vroeger gebruikt voor verlichting en een beetje verwarming).
Huishoudelijke toestellen (moderne warmtebronnen)
Fornuis / kookplaat: Verwarmen van voedsel, koken, bakken.
Oven: Gebruikt om te bakken of braden.
Strijkijzer: Warmte om kleding glad te maken.
Verwarmingstoestellen (cv-ketel, radiator, gaskachel, elektrische verwarming): Om kamers en huizen warm te houden.
Waterkoker / boiler / thermos: Warm maken of warm houden van water.
Elektrische toestellen als warmtebron
Föhn / haardroger: Om nat haar te drogen met warme lucht.
Broodrooster: Verwarmen/roosteren van brood.
Warmtedeken / elektrisch kussen: Gebruikt om mensen warm te houden (bv. in bed).
Industriële warmtebronnen
Lasapparaat / smeltoven / soldeerbout (voor oudere of technisch sterke leerlingen): Wordt gebruikt om metalen te smelten of te verbinden.
Ontploffing / explosie
Snelle chemische reactie met veel warmte en gasvorming.
Voorbeelden: vuurwerk, benzine-explosie in een auto- of raketmotor.
Zelfverwarmende producten (exotherm)
Twee stoffen worden gemengd → chemische reactie → warmte komt vrij.
Voorbeelden: handwarmers met ijzerpoeder en zout → reageren met zuurstof → geven warmte af.
Zelfverwarmende maaltijden in het leger of bij kamperen.
Neutralisatiereacties (zuur + base)
Zuur en base reageren → warmte komt vrij.
Voorbeeld: Zwak zuur (zoals azijn) + natriumbicarbonaat kan licht opwarmen.
Toepassingen van warmtebronnen
Verwarmen → Mensen, dieren of ruimtes warm houden → Radiator, open haard, warmtedeken, zon
Koken en bakken → Eten bereiden of opwarmen → Fornuis, oven, barbecue, kampvuur
Opwarmen van water → Water warm maken voor gebruik → Waterkoker, boiler, zonneboiler
Smelten van stoffen → Stoffen vloeibaar maken → Kaars (was), chocolade, soldeerbout
Drogen → Vocht verdampen uit voorwerpen of kleding → Föhn, droogkast, zon, verwarming
Licht geven → Warmtebron die ook licht geeft → Kaars, gloeilamp, zon
Aandrijven van machines → Warmte omzetten in beweging of energie → Stoommachine, verbrandingsmotor
05.02. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
05.02.01 Warmtebronnen identificeren
Laat leerlingen verschillende warmtebronnen in hun omgeving identificeren, zoals de zon, een radiator, een kaars en een elektrische kachel.
Bespreek hoe deze bronnen warmte produceren.
05.02.02 Warmtebronnen in de natuur
Laat leerlingen buiten verschillende natuurlijke warmtebronnen identificeren, zoals de zon, composthopen, en warmwaterbronnen.
Bespreek hoe deze bronnen warmte produceren.
05.02.03 Warmte door wrijving
Laat leerlingen twee stukken hout tegen elkaar wrijven en voelen hoe ze warm worden door wrijving.
Laat leerlingen een rubberen band snel heen en weer wrijven en voelen hoe deze warm wordt.
Maak vuur d.m.v. een vuurboog.
Bespreek hoe beweging kan worden omgezet in warmte-energie, hoe wrijving warmte kan genereren.
05.02.04 Schaduw en zon: temperatuuronderzoek
In deze activiteit onderzoeken leerlingen hoe de stand van de zon samenhangt met de luchttemperatuur. Op een zonnige dag meten ze op vier verschillende momenten de temperatuur met een thermometer en tekenen ze hun schaduw op dezelfde plek met krijt. Zo ontdekken ze op een visuele en meetbare manier hoe zonlicht, zonnestand en schaduwlengte samenhangen met warmte en temperatuur.
05.02. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Activiteit: Programmeer een micro:bit of sensor die een waarschuwing geeft als het te warm wordt (“te dicht bij de warmtebron”).
Combinatie: Leerlingen denken logisch na: als temperatuur > 35°C → toon waarschuwing.
Doel: inzicht in meten, gegevensverwerking en veiligheid rond warmtebronnen.
Gezondheid – Motorische competenties
Activiteit: Bewegingsspel “Zoek de warmtebron”: leerlingen bewegen vrij door de ruimte; bij een signaal lopen ze naar plaatsen waar warmtebronnen zijn afgebeeld.
Combinatie: motoriek oefenen, reactiesnelheid en aandacht trainen.
Doel: actief leren en fysieke betrokkenheid bij het thema.
Gezonde en veilige levensstijl
Activiteit: Keukenactiviteit: soep of thee maken – waar komt de warmte vandaan? Hoe ga je veilig om met kookplaten of heet water?
Doel: inzicht in veilige omgang met warmtebronnen en toepassing in dagelijks leven.
Mentaal welbevinden
Activiteit: Gesprek of knutselactiviteit rond “wat geeft jou warmte vanbinnen?” (vriendschap, liefde, complimenten).
Doel: symbolisch denken en gevoelens koppelen aan het begrip warmte.
Financieel economische competenties
Activiteit: Onderzoek hoeveel energie kost: elektrische verwarming vs. houtvuur vs. zonnepaneel.
Combinatie: leerlingen leren over verbruiken, besparen en duurzame keuzes.
Doel: financiële geletterdheid en duurzaam consumeren.
Natuur
Activiteit: Onderzoek hoe dieren of planten warmte gebruiken of vermijden (hagedis in de zon, kat bij de kachel, zaden die bij warmte kiemen).
Doel: relatie tussen natuur en warmtebronnen ontdekken.
Ruimte
Activiteit: Vergelijk hoe warmtebronnen verschillen in huis, op school, in andere landen (centrale verwarming, open haard, zon, warmwaterbron).
Doel: inzicht in klimaat, milieu en menselijke aanpassing aan omgeving.
Tijd
Activiteit: Terugblik in de tijd: hoe verwarmden mensen zich vroeger (haardvuur, stoof, kruik) versus nu (radiator, warmtepomp).
Doel: historische evolutie van warmtebronnen herkennen.
Techniek duiden: vroeger vs. nu – evolutie van warmtebronnen
IDW F4 techniek 3 B.7 De evolutie en de verbetering van technische systemen duiden.
Houtvuur --> Elektrische verwarming, gas
Kaarsen --> Ledlampen en centrale verwarming
Open haard --> Radiatoren en warmtepompen
Zonnewarmte op huid/steen --> Zonnepanelen, zonneboilers
Door deze evolutie te bekijken, leren leerlingen ook duurzaamheidsdenken: sommige warmtebronnen (bv. zon) zijn hernieuwbaar, andere (bv. gas) niet.
Tijd (geschiedenis)
Verwarming vroeger en nu
Vroeger: open haard, vuur, stoof.
Nu: centrale verwarming, warmtepomp, zonneboiler.
Evolutie van warmtebronnen: van hout → steenkool → gas → elektriciteit → hernieuwbaar.
Kleding vroeger en nu
Hoe mensen zich beschermden tegen kou: dierenvellen, wol, bont.
Vergelijking met moderne thermokledij.
Maatschappij
Activiteit: Bespreek toegang tot warmte wereldwijd – niet iedereen kan zich verwarming of energie veroorloven.
Doel: sociaal bewustzijn en empathie ontwikkelen, burgerschap versterken.
Verkeer
Activiteit: Bespreek het belang van goed zicht in de winter (autoruiten ontwasemen, motor opwarmen, warme kleding dragen).
Doel: veiligheid koppelen aan temperatuur en seizoenen.
Frans
Activiteit: Leer woorden voor warmtebronnen: le soleil, le feu, la bougie, le radiateur.
Combinatie: gebruik korte zinnen: Le soleil donne de la chaleur.
Doel: uitbreiden van woordenschat via contextueel leren.
Nederlands
Activiteit: Schrijfopdracht: “Een dag zonder warmte” – verhalend of beschouwend.
Combinatie: spreek- en schrijfvaardigheid ontwikkelen met ervaringskoppeling.
Wiskunde
Activiteit: Temperatuur meten bij verschillende warmtebronnen (zonlicht, lamp, verwarming) en resultaten in een grafiek zetten.
Doel: gegevens verzamelen, interpreteren en vergelijken.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Activiteit: Analyseer schilderijen waarin warmte voelbaar is (bv. kampvuren, zonsondergangen, winterse taferelen met haard).
Doel: leren zien hoe kunstenaars warmte en licht weergeven.
Onderzoeken en creëren
Activiteit: Bouw zelf een mini-zonoven van karton en aluminiumfolie om een marshmallow te smelten.
Doel: ontwerpgericht leren en verband tussen materiaal, licht en warmte ontdekken.
Creativiteit en verbeelding
Activiteit: Ontwerp een fantasierijke “superwarmtebron van de toekomst” – een uitvinding die mensen warm houdt zonder energie te verspillen.
Doel: creatief en probleemoplossend denken stimuleren.
Presenteren van eigen creaties
Activiteit: Maak een tentoonstelling of presentatie “De kracht van warmte”: proefjes, kunstwerken, meetresultaten en verhalen.
Doel: kennis delen en communicatievaardigheden versterken.
Burgerschap / duurzaamheid
Energie en milieu
Denken over duurzame warmtebronnen: zon, biomassa, aardwarmte...
05.02. STEM-UITDAGINGEN
Zonne-oven maken
Laat leerlingen een eenvoudige zonne-oven maken met een pizzadoos, aluminiumfolie en plasticfolie.
Gebruik de oven om marshmallows of kleine snacks te verwarmen en bespreek hoe de zon als warmtebron werkt.