07.01. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F4 nat.ver. 7 B.10 Reflecteren op de productie, het (duurzaam) gebruik en het gevaar van elektriciteit.
IDW F2 nat.ver. 7 B.6 Bij elektrische toestellen vaststellen dat ze werken via een stopcontact en/of batterij.
07.01. MINIMUMDOELEN
[K] 3.5.1 De kleuters kennen de volgende begrippen met betrekking tot natuurkundige verschijnselen:
het stopcontact, de batterij
07.01. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Reflecteren op de productie, het (duurzaam) gebruik en het gevaar van elektriciteit.
Dit betekent nadenken over hoe elektriciteit gemaakt wordt, hoe we het slim en zuinig kunnen gebruiken zonder schade aan het milieu, en welke gevaren elektriciteit kan hebben voor mensen en spullen.
Elektriciteit kan op verschillende manieren gemaakt worden:
Fossiele brandstoffen: zoals steenkool, olie en aardgas worden verbrand om elektriciteit te maken. Dit veroorzaakt veel CO₂-uitstoot en is niet duurzaam omdat deze brandstoffen opraken en het milieu beschadigen.
Kernenergie: elektriciteit wordt opgewekt via kernsplijting. Dit levert veel energie, maar het afval is gevaarlijk en blijft lang radioactief.
Hernieuwbare energie: dit zijn bronnen die niet opraken en het milieu minder of niet belasten, zoals:
Zonne-energie: via zonnepanelen wordt zonlicht omgezet in elektriciteit.
Windenergie: windmolens zetten wind om in elektriciteit.
Waterkracht: elektriciteit uit bewegend water (zoals rivieren of dammen).
Biomassa: organisch materiaal wordt omgezet in energie, mits duurzaam beheerd.
Geothermische energie: warmte uit de aarde wordt gebruikt voor elektriciteitsproductie.
Wat is duurzaam?
Duurzaam betekent iets gebruiken of maken zonder schade toe te brengen aan het milieu en zonder bronnen uit te putten, zodat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken. Hernieuwbare energie is duurzaam omdat ze steeds opnieuw beschikbaar is en weinig schadelijke uitstoot veroorzaakt.
Zie ook bij 03.01. Energiebronnen
Bij elektrische toestellen vaststellen dat ze werken via een stopcontact en/of batterij.
Dit betekent herkennen dat elektrische apparaten hun energie krijgen door ze in het stopcontact te steken of door batterijen erin te doen.
07.01. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
07.01.01 Zonlicht omzetten in elektriciteit
Je kunt met de leerlingen een zonnecel gebruiken om een lampje te laten branden. Zo ervaren ze hoe zonlicht omgezet wordt in elektriciteit. Ze kunnen experimenteren door de zonnecel in zonlicht en in de schaduw te houden en te zien wat er gebeurt.
07.01.02 Zelf een windmolen bouwen
Je kunt samen met de klas een eenvoudige windmolen van papier en een kleine motor bouwen. Hiermee ontdekken de leerlingen hoe windenergie omgezet kan worden in elektriciteit. Ze kunnen testen hoe snel de wieken moeten draaien om een lampje te laten branden.
07.01.03 Stopcontact of batterij?
Verzamel verschillende elektrische apparaten, zoals een radio, een zaklamp en een speelgoedautootje. Laat de leerlingen onderzoeken welke apparaten werken op batterijen en welke op een stopcontact. Zo leren ze hoe verschillende toestellen van stroom voorzien worden.
07.01.04 Duurzame versus niet-duurzame energie
Maak samen met de klas een poster of mindmap met twee kolommen: “duurzame energie” en “niet-duurzame energie”. Bespreek met de leerlingen welke energiebronnen beter zijn voor het milieu en waarom dat zo is.
07.01. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Activiteit: Laat leerlingen een simulatie of digitale schakeling maken (bv. via Tinkercad of een educatieve app) om batterijen, stopcontacten en lampjes te verbinden.
Koppeling: Ontwikkelen van logisch denken, oorzaak-gevolg, sequenties en begrijpen van elektriciteitsstromen.
Gezondheid – Motorische competenties
Activiteit: Bouw een eenvoudige elektrische schakeling met veilige materialen (batterijen, lampjes, draden).
Koppeling: Verfijnen van fijne motoriek en hand-oog coördinatie bij praktische experimenten.
Gezonde en veilige levensstijl
Activiteit: Bespreek veilig omgaan met elektriciteit: nooit in het stopcontact steken, natte handen vermijden, veilig omgaan met snoeren.
Koppeling: Inzicht in gevaar en preventie rond elektriciteit in het dagelijks leven.
Mentaal welbevinden
Activiteit: Bespreek gevoelens bij stroomuitval of gevaarlijke situaties met elektriciteit; leerlingen maken een veiligheidsstrip of verhaal.
Koppeling: Inzicht in emoties en stress bij potentieel gevaarlijke situaties, oefenen in empathie en veiligheid.
Financieel-economische competenties
Activiteit: Laat leerlingen nadenken over kosten van elektriciteit, gebruik van batterijen en duurzame energie.
Koppeling: Bewustwording van geld, energieverbruik, en duurzame keuzes.
Natuur (menselijk lichaam)
Activiteit: Koppel elektriciteit aan het menselijk zenuwstelsel, waarbij impulsen signalen sturen zoals stroom door draden.
Koppeling: Relatie techniek – biologie: hoe signalen zich verplaatsen.
Ruimte
Activiteit: Onderzoek verschillende bronnen van elektriciteit in de omgeving: stopcontact, zonnepanelen, batterijen, windturbines.
Koppeling: Oriëntering in ruimte en omgeving, inzicht in lokale energievoorziening en duurzaamheid.
Tijd
Activiteit: Bespreek historische ontwikkelingen van elektriciteitsvoorziening: kaarsen → gaslampen → elektriciteit.
Koppeling: Inzicht in historische tijd en technologische vooruitgang.
Maatschappij
Activiteit: Bespreek toegang tot elektriciteit wereldwijd, en verschil tussen rijke en arme regio’s.
Koppeling: Bewustwording van maatschappelijke ongelijkheid en burgerschap.
Verkeer
Activiteit: Bespreek elektrische voertuigen of verkeerslichten. Laat leerlingen een mini-model maken.
Koppeling: Kennis van toepassing van elektriciteit in de omgeving en verkeersveiligheid.
Frans
Activiteit: Leer woorden zoals l’électricité, la pile, la lampe, brancher, courant en maak korte zinnetjes.
Koppeling: Functionele woordenschat rond techniek en wetenschap in het Frans.
Nederlands
Activiteit: Schrijf een handleiding of instructietekst voor een eenvoudige schakeling.
Koppeling: Taalvaardigheid, structureren van instructies en vaktaal.
Wiskunde
Activiteit: Meet hoeveel lampjes op één batterij branden, bereken energieverbruik of vergelijk batterijduur.
Koppeling: Meten, vergelijken en rekenen in praktische context.
Kunst en cultuur – Beschouwen van kunst en cultuur
Activiteit: Bekijk hoe licht en elektriciteit gebruikt worden in kunstwerken (lampkunst, installaties).
Koppeling: Verband leggen tussen techniek en creativiteit.
Kunst en cultuur – Onderzoeken en creëren
Activiteit: Bouw een eenvoudige elektrisch aangedreven machine of muziekinstrument.
Koppeling: Experimenteren met elektriciteit als krachtbron.
Kunst en cultuur – Creativiteit en verbeelding
Activiteit: Ontwerp een fictieve machine of robot die werkt op elektriciteit.
Koppeling: Creatief denken combineren met technische kennis.
Kunst en cultuur – Presenteren van eigen creaties
Activiteit: Presenteer een zelfgemaakte schakeling of elektrisch project aan de klas.
Koppeling: Presentatievaardigheden, verantwoording van keuzes en reflectie.
07.01. STEM-UITDAGINGEN