05.06. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F4 nat.ver. 5 B.8 Eenvoudige toepassingen en fenomenen die gebaseerd zijn op de kennis over warmte toelichten.
05.06. MINIMUMDOELEN
[6] 3.7.9 De leerlingen kennen de werking van technische systemen op basis van kennis over natuurkundige verschijnselen.
05.06. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Smeltende ijsblokjes
Fenomeen: IJs smelt in een warme ruimte of hand.
Uitleg: De warmte van je hand of de lucht wordt overgedragen op het ijs → ijs smelt.
Kernbegrip: Warmte stroomt van warm naar koud.
Een broodrooster maakt brood krokant
Toepassing: Warmte-elementen stralen warmte af → brood wordt warm en droogt uit → wordt krokant.
Kernbegrip: Warmtestraling en geleidelijke warmteoverdracht door straling en geleiding.
Dubbele ramen of een thermos houden warmte binnen
Toepassing: Thermos voorkomt dat warmte weggaat, of kou binnenkomt.
Kernbegrip: Isolatie vertraagt warmteoverdracht.
Extra: Stilstaande lucht tussen dubbele ramen isoleert.
Wanten en truien houden ons warm
Fenomeen: Kleding voelt niet warm aan, maar houdt je wél warm.
Uitleg: Wol of stof voorkomt dat je lichaamswarmte ontsnapt.
Kernbegrip: Slechte geleiders = isolatoren.
Een metalen lepel wordt heet in hete soep
Fenomeen: Je brandt je lippen aan een metalen lepel, ook al zit die niet op het vuur.
Uitleg: Metaal geleidt warmte goed → warmte van soep → naar lepel → naar je mond.
Kernbegrip: Warmtegeleiding.
Zand op het strand is warm, maar het water is koel
Fenomeen: Zand warmt sneller op dan water.
Uitleg: Materialen nemen warmte verschillend op (zand sneller dan water).
Kernbegrip: Warmtecapaciteit van materialen.
Een kaars warmt de lucht erboven op
Fenomeen: Boven een brandende kaars voel je warme lucht stijgen.
Uitleg: Warme lucht is lichter en stijgt op.
Kernbegrip: Convectie = warme lucht stijgt.
Bespotte ramen in de winter (aangedampt)
Fenomeen: Als je op een koud raam ademt, beslaat het.
Uitleg: Warme, vochtige adem raakt koud oppervlak → condenseert.
Kernbegrip: Snelle warmteoverdracht → temperatuurverschil → condensatie.
Koud water wordt warm onder de handenwasser
Fenomeen: Eerst koud, dan warm → aangenaam om handen te wassen.
Toepassing: Kranen die water mengen of elektrisch verwarmen.
Kernbegrip: Warmte toegevoegd via verwarmingselement.
Warmte smelt vet of chocolade
Fenomeen: Chocolade smelt in je hand of in warme melk.
Uitleg: Vaste stoffen nemen warmte op en gaan over in vloeibare toestand.
Kernbegrip: Faseverandering door warmte.
05.06. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
05.06.01 Warme lucht stijgt
Leerlingen ervaren via een eenvoudig experiment dat warme lucht lichter is dan koude lucht en daardoor omhoog stijgt.
05.06.02 Water zet uit als het bevriest
Leerlingen ontdekken door een eenvoudig experiment dat water meer plaats inneemt als het verandert in ijs.
05.06.03 Warmte en kleding
Laat de leerlingen verschillende soorten kledingstukken onderzoeken (bijvoorbeeld een wollen trui, een katoenen T-shirt, een regenjas) en bespreken welke kleding geschikt is voor warme en koude dagen.
Bespreek hoe verschillende materialen warmte kunnen vasthouden of afstoten, en hoe dit ons helpt warm te blijven in de winter en koel in de zomer.
05.06.04 Warmte en thermometers
Laat de leerlingen verschillende soorten thermometers gebruiken (bijvoorbeeld een digitale thermometer, een vloeistofthermometer) om de temperatuur van verschillende voorwerpen en omgevingen te meten.
Leg uit hoe thermometers werken en waarom het belangrijk is om de temperatuur te meten in verschillende situaties, zoals bij het koken of het controleren van het weer.
05.06.05 Help het ijs smelt!
Met dit lespakket gaan de leerlingen op zoek naar het antwoord op die vraag en doen ze tal van ontdekkingen over het ijs: waar komt het voor op aarde, wat is de invloed van smeltend ijs op het zeeniveau en waarom is het zo belangrijk voor het welzijn van onze planeet?
05.06.06 Het ei in de fles
In deze activiteit ontdekken leerlingen het effect van lucht en warmte op druk. Ze verwarmen een glazen pot in heet water en leggen een gepeld hardgekookt ei op de opening. Na korte tijd wordt het ei door de fles gezogen. Zo ervaren ze hoe lucht bij afkoeling krimpt, de moleculen dichter op elkaar komen te zitten en een drukverschil ontstaat dat het ei naar binnen trekt.
05.06. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Activiteit: Laat leerlingen met een micro:bit of temperatuursensor meten hoe snel verschillende materialen opwarmen of afkoelen.
Ze voorspellen eerst, meten, loggen de data en visualiseren die in grafieken.
Koppeling: Dataverwerking, algoritmisch denken (als temperatuur > 30°C → alarm afspelen), inzicht in toepassingen van sensoren.
Gezondheid – Motorische competenties
Activiteit: Bewegingsspel “De reis van de warmte”: leerlingen beelden moleculen uit die sneller bewegen naarmate het warmer wordt (springen, trillen, rennen).
Koppeling: Lichaamscontrole en energieverbruik fysiek ervaren.
Gezonde en veilige levensstijl
Activiteit: Onderzoek hoe temperatuur invloed heeft op voeding (koken, bewaren, invriezen).
Maak een mini-keukenexperiment: smelten van boter, stollen van chocolade, bewaren van fruit.
Koppeling: Praktische toepassingen van warmte in een gezonde leefstijl en voedselveiligheid.
Mentaal welbevinden
Activiteit: Gesprek: “Wat geeft jou warmte vanbinnen?”
Kunst- of schrijfoefening rond emoties als warmte en koude (liefde, woede, kilheid).
Koppeling: Warmte als metafoor voor gevoelens en relaties.
Financieel-economische competenties
Activiteit: Vergelijk verschillende manieren van verwarming (gas, elektriciteit, warmtepomp, zon).
Leerlingen berekenen het verbruik van een toestel of bespreken de energiekost van verwarming.
Koppeling: Bewustwording van energieverbruik, duurzaamheid en betaalbaarheid.
Natuur
Activiteit: Onderzoek hoe dieren en planten zich beschermen tegen kou of warmte (vetlaag, vacht, bladeren).
Koppeling: Warmteregulatie in levende organismen.
Ruimte
Activiteit: Bestudeer de zon als warmtebron en bespreek hoe verschillende klimaten ontstaan door zonnestraling.
Maak een zonne-oven en onderzoek hoe goed die werkt in verschillende weersomstandigheden.
Koppeling: Klimaat, energie en de aarde als onderdeel van een groter systeem.
Tijd
Activiteit: Onderzoek hoe verwarming vroeger gebeurde (kachels, haarden) versus nu (radiatoren, warmtepompen).
Laat leerlingen een tijdlijn maken van warmtebronnen door de eeuwen heen.
Koppeling: Technologische evolutie en historisch bewustzijn.
Maatschappij
Activiteit: Gesprek over energiearmoede – wat als mensen hun huis niet kunnen verwarmen?
Bespreek solidariteitsacties in de winter.
Koppeling: Burgerschap en empathie via het thema warmte.
Natuurkundige verschijnselen
Activiteit: Experimenteer met toepassingen:
Hoe werkt een thermosfles?
Waarom zet metaal uit bij verwarming?
Hoe werkt een radiator of zonnepaneel?
Koppeling: Warmteoverdracht, isolatie, uitzetting en energieomzetting.
Verkeer
Activiteit: Bespreek de invloed van temperatuur op verkeer: gladde wegen, oververhitte motoren, bandenspanning.
Koppeling: Veiligheid en techniek in context.
Frans
Activiteit: Leerwoorden en zinnen: chaud, froid, le soleil, la chaleur, la glace, fondre, chauffer.
Koppeling: Functioneel taalgebruik bij proefjes of weersomschrijvingen.
Nederlands
Activiteit taalontwikkeling en woordenschat: Laat leerlingen een infotekst of verslag schrijven over een warmteproef of een uitvinding (zoals de thermos of radiator).
Invoeren van wetenschappelijke taal: warm, heet, lauw, koud, isoleren, geleiden…
Oefenen met verwoorden van waarnemingen en conclusies.
Schrijven van een verslag over een proefje of experiment.
Koppeling: Taalgericht leren: schrijven, beschrijven, verklaren.
Communicatieve vaardigheden
Overleggen bij experimenten.
Een presentatie of tentoonstelling maken over “warmte in ons dagelijks leven”.
Wiskunde
Activiteit: Meten van temperatuurverschillen op vaste tijdstippen – grafieken maken van afkoeling of opwarming.
Koppeling: Datarepresentatie, meten, rekenen met graden Celsius.
Kunst en cultuur – Beschouwen
Activiteit: Bekijk kunstwerken waarin warmte of vuur een rol speelt (bv. Turner, Van Gogh – “De zonnebloemen”).
Koppeling: Warmte als sfeer en emotie in kunst.
Kunst en cultuur – Onderzoeken en creëren
Activiteit: Maak kunst met warmte-effecten:
was smelten,
zonlicht gebruiken om sporen te branden,
thermopapier of warmtesensitieve verf gebruiken.
Koppeling: Wetenschap en kunst verbinden via materiaalonderzoek.
Creativiteit en verbeelding
Activiteit: Verzin een fantasieverhaal waarin warmte of kou een magische kracht heeft (bijv. “De jongen die vuur kon maken”).
Koppeling: Taal, fantasie en natuurkunde integreren.
Presenteren van eigen creaties
Activiteit: Organiseer een “Warmte-expo”: leerlingen demonstreren proefjes, tonen hun meetgrafieken en presenteren hun kunstwerken of verhalen.
Koppeling: Reflectie, samenwerking en presentatievaardigheden.
05.07. STEM-UITDAGINGEN