07.03. LEERPLANDOEL(EN) OVSG LEERLOKAAL
IDW F4 nat.ver. 7 B.9 Informatie opzoeken in verband met de werking van eenvoudige elektrische toestellen en hedendaagse toepassingen.
IDW F2 nat.ver. 7 B.3 Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen in verband met elektriciteit en magnetisme via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
IDW F1 nat.ver. 7 B.1 Bewust zijn van het gebruik van elektriciteit in hun omgeving.
07.03. MINIMUMDOELEN
[6] 3.7.9 De leerlingen kennen de werking van technische systemen op basis van kennis over natuurkundige verschijnselen.
07.03. KENNIS - WAAR GAAT HET OVER
Wat kan je opzoeken?
Basiscomponenten van elektrische toestellen
Batterijen: Waarvoor dienen ze? (Leveren elektrische energie)
Stopcontacten: Hoe komt de stroom in huis binnen?
Schakelaars: Hoe werkt het aan- en uitzetten van een toestel?
Draden/kabels: Wat is hun rol in het geleiden van elektriciteit?
Lampjes, motoren, weerstanden: Wat doen deze onderdelen in een toestel?
Veiligheid in elektrische toestellen
Wat zijn zekeringen en hoe beschermen ze het toestel en de gebruiker?
Waarom is isolatie van draden belangrijk?
Hedendaagse toepassingen
Voorbeelden van apparaten die we dagelijks gebruiken: smartphones, computers, lampen, huishoudtoestellen.
Nieuwe technologieën: slimme apparaten (smart home), energiezuinige LED-verlichting, elektrische auto’s.
Belangrijke elektrische begrippen
Spanning (Volt, V)
Dit is de ‘kracht’ waarmee de elektrische stroom door een toestel of draad wordt geduwd.
Je kan het vergelijken met de druk van water in een slang. Hoe hoger de spanning, hoe meer energie de stroom kan leveren.
Stroomsterkte (Ampère, A)
Dit is de hoeveelheid elektrische stroom die door een draad loopt per seconde.
Hoe meer stroom er loopt, hoe meer energie er verbruikt wordt.
Vermogen (Watt, W)
Dit geeft aan hoeveel energie een toestel per seconde verbruikt of levert.
Een lamp van 60 watt gebruikt bijvoorbeeld meer energie dan een lamp van 10 watt.
Vermogen is belangrijk om te weten hoeveel elektriciteit een apparaat nodig heeft.
Weerstand (Ohm, Ω)
Dit is hoe moeilijk het is voor de stroom om door een draad of onderdeel te lopen.
Een hogere weerstand betekent dat er minder stroom kan lopen.
Energie (Kilowattuur, kWh)
Dit is de hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt over een bepaalde tijd.
Het staat op je elektriciteitsrekening en bepaalt hoeveel je betaalt.
Waarom deze begrippen belangrijk zijn in de klas?
Ze helpen leerlingen begrijpen hoe elektrische apparaten werken en wat er gebeurt als je bijvoorbeeld een krachtiger lamp gebruikt.
Met kennis over spanning en stroom kunnen ze eenvoudiger experimenten opzetten met batterijen en lampjes.
Ze leren over energieverbruik en kunnen nadenken over duurzaam omgaan met elektriciteit.
Begrippen zoals weerstand en vermogen leggen een basis voor later begrip van complexere elektrische toestellen.
07.03. SUGGESTIES ACTIVITEITEN
07.03.01 Elektriciteit in huis ontdekken
Laat de leerlingen thuis of in de klas een rondgang doen en opschrijven welke apparaten elektriciteit gebruiken. Daarna bespreken jullie samen welke apparaten het meest energie verbruiken en waarom.
07.03.02 Spaarlamp, ledlamp versus gloeilamp
Laat leerlingen drie soorten lampen (spaarlamp, ledlamp en gloeilamp) bekijken en vergelijken. Ze kunnen bijvoorbeeld onderzoeken welke lamp minder elektriciteit verbruikt en langer meegaat, en zo leren over energiezuinigheid.
07.03.03 Elektriciteitsmeter lezen
Maak een eenvoudige oefening waarbij leerlingen leren hoe ze de elektriciteitsmeter kunnen aflezen. Bespreek hoe het meten van elektriciteitsverbruik helpt om energie te besparen.
07.03.04 Energie besparen thuis en op school
Bespreek met de klas eenvoudige manieren om elektriciteit te besparen, zoals het uitdoen van lichten en apparaten als ze niet gebruikt worden. Laat leerlingen zelf een poster maken met tips om energie te besparen.
07.03.05 Elektriciteitsverbruik meten met een wattmeter
Indien mogelijk, gebruik een wattmeter om samen met de leerlingen het verbruik van verschillende apparaten te meten. Zo zien ze in praktijk hoeveel elektriciteit een apparaat gebruikt.
07.03. MOGELIJKE LINKEN
Digitale geletterdheid – computationeel denken
Link: Elektrische schakelingen en eenvoudige toestellen kunnen worden geprogrammeerd of gemodelleerd.
Voorstel:
Laat leerlingen een simulatie van een stroomkring maken met eenvoudige software (bv. Tinkercad of een educatieve simulatie).
Ze leren stappen plannen, logisch redeneren (“als deze schakelaar aan is, dan …”).
Gezondheid – Motorische competenties
Link: Elektrische toepassingen zoals speelgoed, kleine motoren of schakelaars vereisen fijne motoriek.
Voorstel:
Bouw een eenvoudige zaklamp of een kleine elektrische motor samen.
Leerlingen oefenen met draadjes verbinden, schakelaars bedienen, onderdelen vasthouden.
Gezondheid – Gezonde en veilige levensstijl
Link: Elektriciteit en veiligheid zijn nauw verbonden met een gezonde omgeving.
Voorstel:
Bespreek veilige omgang met stopcontacten, snoeren en apparaten thuis.
Combineer dit met EHBO-oefeningen bij elektrische ongelukken (bv. schrikbeeld: iemand krijgt een lichte schok – hoe handelen?).
Eventueel korte koppeling naar voeding: energie uit voeding vs. elektrische energie (analogie: energie om iets te laten werken).
Gezondheid – Mentaal welbevinden
Link: Elektrische toestellen beïnvloeden ons dagelijks leven en ons welzijn.
Voorstel:
Bespreek hoe technologie en apparaten gevoelens kunnen beïnvloeden (bv. schermtijd, lampen, alarmsystemen).
Laat leerlingen hun ervaringen of gevoelens over technologie en energie in een korte tekening of tekst uitdrukken.
Ik en de wereld – Financieel economische competenties
Link: Elektrische toestellen kosten geld om te kopen en te gebruiken; energieverbruik heeft financiële impact.
Voorstel:
Laat leerlingen de kosten van elektriciteit berekenen voor een lamp, een computer of een klein huishoudtoestel.
Bespreek verschillen tussen “rijk en arm” qua toegang tot elektrische apparaten en energie.
Ik en de wereld – Natuur
Link: Elektriciteit en energie komen in wisselwerking met het milieu.
Voorstel:
Onderzoek welke natuurlijke bronnen elektriciteit leveren (waterkracht, zon, wind, biomassa).
Koppel aan het menselijk lichaam: spieren en zenuwen werken met elektrische signalen (korte ontdekking).
Ik en de wereld – Ruimte
Link: Elektriciteit wordt gebruikt in transport, weerstations, satellieten, verlichting.
Voorstel:
Onderzoek hoe elektriciteit ons helpt oriëntatie te houden of weer te voorspellen.
Laat leerlingen een eenvoudig “weerstation” maken dat elektrische sensoren gebruikt.
Ik en de wereld – Tijd
Link: Historische ontwikkeling van elektriciteit.
Voorstel:
Maak een tijdlijn van belangrijke uitvindingen (gloeilamp, dynamo, batterij, LED).
Leerlingen ontdekken hoe elektriciteit het leven door de tijd heen heeft veranderd.
Ik en de wereld – Maatschappij
Link: Elektriciteit speelt een rol in diversiteit van leefomstandigheden en burgerschap.
Voorstel:
Bespreek wie toegang heeft tot elektriciteit in België en elders in de wereld.
Reflectie: hoe verandert elektriciteit vrije tijd en werk?
Ik en de wereld – Natuurkundige verschijnselen
Link: Elektriciteit is een kernonderdeel van energie en energieomzetting.
Voorstel:
Bouw kleine circuits, meet stroom of spanning met eenvoudige meters.
Koppel aan andere energieomzettingen: batterij = chemische energie → elektrische energie → licht/geluid/beweging.
Ik en de wereld – Verkeer
Link: Elektrische toepassingen in transport (fietslamp, e-bike, trein, verkeerslichten).
Voorstel:
Ontwerp een mini-verkeerssituatie met elektrische signalen.
Leerlingen begrijpen hoe elektriciteit bijdraagt aan veiligheid op straat.
Frans / Nederlands
Link: Taalvaardigheid via projectverslag of instructies.
Voorstel:
Laat leerlingen handleidingen van apparaten lezen en samenvatten.
Schrijf een kort verslag of presentatie over hun elektrische project.
Wiskunde
Link: Metingen van stroom, spanning, energieverbruik.
Voorstel:
Meet en bereken eenvoudige waardes: tijd × vermogen = energieverbruik.
Grafieken maken van verbruik van verschillende apparaten.
Kunst en cultuur – Beschouwen / Onderzoeken / Creativiteit
Link: Elektriciteit in kunst en media (lichtinstallaties, kinetische kunst).
Voorstel:
Laat leerlingen een lampje of circuit creatief integreren in een kunstwerk.
Combineer beeld, beweging of geluid met elektriciteit (bijv. lichtgevende maquette, mini-danspodium met LED).
Presenteren van eigen creaties
Link: Samenbrengen van techniek, creativiteit en taal.
Voorstel:
Organiseer een expo van de projecten: leerlingen tonen hun circuits, kunstwerken of meetresultaten aan klasgenoten of ouders.
Laat ze korte presentaties of handleidingen maken voor hun werk.
07.03. STEM-UITDAGINGEN